Waarom een beleid?
Tijdens een activiteit, op een vergadering, op weekend... drinkt al eens iemand een pint. Of rookt iemand een joint. Om daar op een goede manier mee om te gaan heb je een beleid nodig.
Waarom is een beleid nuttig?
- Je kan er problemen mee voorkomen
- Iedereen weet wat wel en niet kan
- Iedereen weet duidelijk wat te doen bij problemen
- Je kan sneller reageren bij problemen
- Het vertrouwen van ouders en omgeving groeit
- Het heeft een positief effect op de ledenwerving
- Jullie nemen je voorbeeldfunctie goed op
- Leden leren omgaan met alcohol en drugs
- De groep toont verantwoordelijkheid
- Jullie vermijden dat jullie juridisch verantwoordelijk gesteld kunnen worden
Juridische redenen
Je kan niet verantwoordelijk zijn voor andermans gedrag. Je bent wél verantwoordelijk voor je eigen gedrag en de manier waarop je optreedt tegen ongewenst gedrag. Ook al heb je afspraken, er kan altijd iets misgaan. Dan kan je als persoon of als groep burgerlijk of strafrechterlijk aansprakelijk gesteld worden. Gaat er toch iets mis, dan maakt een beleid de kans kleiner dat dit gebeurt. Al is dat alleen niet genoeg. Met een goed uitgewerkt beleid ben je beter voorbereid op moeilijke situaties. Zorg er voor dat je - bij problemen - goed kan aantonen wat je aan de concrete situatie gedaan hebt.
Wie is verantwoordelijk?
De rechtbank onderzoekt en beoordeelt elk individueel geval. Ze volgt hierbij enkele algemene principes. Volgens het Burgerlijk Wetboek is iedereen verplicht de schade te vergoeden die hij aan een ander veroorzaakt. Je bent een vergoeding verschuldigd als die schade het gevolg is van nalatigheid of onvoorzichtigheid. Jij of de groep kan aansprakelijk gesteld worden. Er zijn twee soorten aansprakelijkheid: burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Burgerlijke aansprakelijkheid
Voor het jeugdwerk wordt een onderscheid gemaakt tussen een 'fout in de organisatie' en een 'fout in het toezicht'. Als vrijwilliger ben je automatisch verzekerd, maar check de juiste voorwaarden bij je koepel.
Aan het kampvuur wordt alcohol geschonken, achteraf is een van de leden ziek.
Bij een fout in de organisatie blijkt dat een organisatie tekortschiet in het behartigen van de belangen van diegenen waarvoor ze verantwoordelijk is. Bij een jeugdbeweging zijn dat dus de leden. De verantwoordelijke (de leiding) hoeft daarvoor zelfs niet aanwezig te zijn bij het incident. Het komt er simpelweg op neer dat je moet vooruitdenken. Je moet mogelijke problemen vooraf inschatten en er in de organisatie van je activiteit op inspelen. Heb je dat duidelijk niet gedaan, dan kunnen ze je een organisatiefout aanwrijven.
De leiding is tijdens een activiteit even niet in het lokaal bij de groep. Ondertussen komt een lid zwaar ten val en moet je ermee naar het ziekenhuis.
Een fout in het toezicht viseert de personen van de leiding zelf die toezicht houden. Het gaat hier bijvoorbeeld over een ongeval dat gebeurt wanneer de leiding niet aanwezig was, terwijl ze daar wel had moeten zijn. Indien het hier over een minderjarige (leiding) gaat, dan zal de aansprakelijkheid overgedragen worden op de ouders.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Een van de leden dealt tijdens het kamp.
Wanneer iemand een misdrijf pleegt, is die persoon strafrechterlijk aansprakelijk. De verantwoordelijkheid voor een misdrijf ligt altijd bij de persoon in kwestie. Dit kan niet overgedragen worden op leiding of ouders.
De leiding is op de hoogte van druggebruik van een van de leden in de lokalen.
Laat je bijvoorbeeld toe dat leden drugs gebruiken in je lokalen, dan stel je volgens de wet een lokaal ter beschikking voor druggebruik. Dit is een misdrijf en daarom kan je strafrechterlijk aansprakelijk gesteld worden.
Hoe je leiding en leden voorbereid op een beleid, lees je in Voor je begint. Hoe je een beleid uitwerkt, lees je in het stappenplan.